Het Amerikaanse DOJ klaagt Apple aan wegens schending van de antitrustwetgeving

Apple wordt aangeklaagd door het Amerikaanse ministerie van Justitie en vijftien staten wegens het overtreden van de antitrustwet, met name sectie 2 van de Sherman Antitrust Act. Het DOJ beweert dat Apple zijn dominantie op de Amerikaanse markt heeft behouden door de antitrustwetgeving te overtreden in plaats van uitsluitend op zijn eigen verdiensten te vertrouwen.

Het DOJ verklaarde in zijn aankondiging dat het van mening is dat Apple zich bezighoudt met uitsluitings- en concurrentieverstorend gedrag, wat een negatieve impact heeft op zowel consumenten als ontwikkelaars. De verklaring stelde verder dat Apple, in plaats van zijn eigen producten te verbeteren, zijn controle heeft versterkt door de kwaliteit van andere producten te verminderen.

Het ministerie van Justitie (DOJ) beschuldigde Apple ervan een negatieve invloed op consumenten te hebben door beperkte opties, hogere kosten en vergoedingen, verminderde kwaliteit van smartphones, apps en accessoires, en verminderde innovatie van zowel Apple als zijn concurrenten. Het DOJ beweerde ook dat de regels van Apple ontwikkelaars hebben gedwongen hieraan te voldoen, waardoor een belemmering voor de concurrentie werd gecreëerd.

Het ministerie van Justitie (DOJ) heeft de concurrentiebeperkende acties van Apple als volgt beschreven:

“Ten eerste legt Apple contractuele beperkingen en kosten op die de functies en functionaliteit beperken die ontwikkelaars iPhone-gebruikers kunnen bieden.

Ten tweede beperkt Apple selectief de toegang tot de verbindingspunten tussen apps van derden en het besturingssysteem van de iPhone, waardoor de functionaliteit van apps en accessoires die niet van Apple zijn, wordt aangetast.

Als gevolg hiervan heeft Apple gedurende het grootste deel van de afgelopen vijftien jaar een belasting geheven in de vorm van een commissie van 30% over de prijs van elke app die is gedownload uit de App Store en over in-app-aankopen. Apple kan deze vergoedingen opeisen van bedrijven van elke omvang.”

Ondanks dat Apple ervan wordt beschuldigd de opkomst van nieuwe app-categorieën zoals cloudstreaming en super-apps te onderdrukken, wat de betrouwbaarheid van zijn ecosysteem mogelijk zou kunnen verzwakken, kreeg Apple ook kritiek vanwege de omgang met iMessage. Het ministerie van Justitie benadrukte hoe Apple opzettelijk de functionaliteit van zijn eigen berichtenapp en berichtenapps van derden beperkt, waardoor het voor gebruikers moeilijk wordt om te communiceren met die op Android-apparaten.

Een ander aspect van zorg houdt verband met Apple Wallet. Volgens de DOJ moedigt Apple bedrijven aan om zich aan te sluiten bij Apple Wallet, maar verbiedt het hen vervolgens om andere betaalproducten en -diensten te creëren specifiek voor iPhone-gebruikers. De afdeling merkte ook op dat Apple externe ontwikkelaars heeft belemmerd bij het produceren van digitale portemonnees die gebruik maken van tap-to-pay-mogelijkheden, wat een aanzienlijke beperking is.

Het DOJ benadrukte dat dit soort monopolistisch gedrag een negatieve invloed heeft op de vrije en eerlijke markten die de basis vormen van de Amerikaanse economie. Het verklaarde dat dergelijke acties producenten, werknemers en klanten schade berokkenen, en het is van plan de antitrustwetten agressief te handhaven om dit probleem aan te pakken.

Het Amerikaanse ministerie van Justitie heeft, zo meldt Reuters, een rechtszaak aangespannen tegen Apple wegens vermeende betrokkenheid bij monopolistische praktijken. De rechtszaak werd aangekondigd door procureur-generaal Merrick B. Garland in een toespraak.